VLAAMS WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK ONDER DE LOEP

geplaatst in: Wijs met wolven | 0
Eén van de adviseurs van onze stichting was erg nieuwsgierig naar het wetenschappelijk onderzoek van INBO waarbij in Drenthe een proefopstelling geplaatst wordt. Annet maakte een afspraak met de onderzoeker en schreef een verslag (met toestemming). Hieronder kunnen jullie het verslag lezen.
VERSLAG VAN HET WERKBEZOEK DOOR ANNET MULLER-TER VEEN
Naar aanleiding van berichten en reacties op diverse pagina’s over het wetenschappelijk onderzoek naar wolfwerende afrastering in opdracht van het Belgische INBO (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek) was ik erg nieuwsgierig naar de inhoud en opzet van het wetenschappelijk onderzoek. Zeker omdat er in het bericht gesproken wordt over een proeflocatie in Drenthe.
Op diverse plekken op Social Media werden allerlei aannames gedaan op basis van de tekst die het INBO gedeeld had in een persbericht. Omdat ik als adviseur van Wij(s) met wolven niet op basis van aannames te werk ga, maar wel een heleboel vragen had, heb ik contact gezocht met de onderzoeker. Afgelopen vrijdag heb ik de locatie in Drenthe samen met hem bezocht en heb ik al mijn vragen mogen stellen.
Matthieu, de onderzoeker is een PhD die in dienst is bij de Universiteit in Antwerpen. Dit onderzoek is het laatste stukje dat hij doet in een groter geheel van Europees onderzoek naar beschermende maatregelen tegen wolvenaanvallen op vee. Dit experiment wordt gedaan in opdracht van het INBO en de universiteit en ook door hen gefinancierd.
Tijdens het gesprek met Matthieu valt mij op dat hij heel goed op de hoogte is van alle factoren die spelen rondom de wolvenproblematiek. Hij is Fransman en schaapherder geweest in het verleden. Hij heeft ook veel gesproken met Franse schaapherders en jagers over de problemen die zij hebben met wolven. Daarnaast is hij ook goed op de hoogte van de situatie in andere landen, zoals Canada en de VS (situatie met wolven, coyotes en beren), Australië (situatie met dingo’s), India en alle Europese landen. Voor de Franse herders heeft hij onderzoek gedaan naar mogelijkheden om schapen te beschermen met andere middelen dan omheining, omdat in veel gebieden (bijvoorbeeld in de Alpen) een afrastering niet mogelijk is. Hij noemt daarbij opties als stroomhalsbanden voor schapen of een soort harnas. Direct gevolgd door: “Dat werkt niet, of dat werkt averechts, omdat de wolven snel leren waar ze wel kunnen bijten”. Dat dit door logisch redeneren ook te bedenken is, beaamt hij. “Maar” zegt hij, “de herders in die gebieden wilden toch weten of er íéts mogelijk was op dat gebied en de politiek wil antwoorden vanuit de wetenschap, alvorens ze hun mening vormen.” Dus dit soort middelen zijn aan het begin van het onderzoekstraject uitvoerig besproken en getest.
De motivatie van Matthieu voor het onderzoek met verschillende methoden van afrasteringen komt vooral voort uit het willen helpen van schapenhouders om een beter systeem te ontwikkelen voor het beschermen van hun dieren en om de politiek te overtuigen dat zij op een andere manier de schapenhouders moeten helpen. “De overheid in België en Nederland loopt flink achter de feiten aan”, aldus Matthieu. Bij mij kwam de volgende vraag op: “De provincie Drenthe wil een wolfvrije regio worden, dus in hoeverre is het dan nog nodig om zoveel te investeren in omheiningen?” Matthieu zegt daar het volgende over: Ten eerste zal het nog een hele tijd duren voordat zoiets geregeld kan worden. Omdat de Nederlandse wetgeving daar nu nog geen ruimte voor biedt en omdat bepaalde organisaties zulke besluiten nog heel lang kunnen rekken door naar de rechter te stappen, zoals ook gebeurd is met het schieten met een paintballgeweer. En ten tweede, als Drenthe wolfvrij verklaard wordt dan zal de snel groeiende roedel die net over de grens in Duitsland leeft voortdurend nieuwe wolven afleveren die toch weer naar Drenthe komen. Dat een regio wolfvrij gehouden wordt, betekent niet dat er nooit meer een wolf zal rondlopen. Zeker niet, als Duitsland niets aan beheer gaat doen ten aanzien van de roedel in Niedersaksen. Ter vergelijking vertelt hij over jagers in Frankrijk die een fulltime baan hebben om regio’s wolfvrij te houden en die er soms maanden over doen om de zwervende wolf te schieten, omdat het niet eenvoudig is om de wolf te lokaliseren. En ondertussen maakt zo’n wolf wel slachtoffers onder het vee. Daarom vindt Matthieu het zeer belangrijk om een manier van omheinen te vinden die het beste werkt. Hij zegt met nadruk “het beste”, “want er is niets dat 100% zal werken” zegt hij. De wetenschappelijke onderbouwing is daarbij belangrijk om de politiek te overtuigen dat ze dierhouders beter moeten helpen. Zowel met de kosten voor materiaal als voor arbeid.
In Vlaanderen heeft Matthieu meerdere proeflocaties ingericht. Het probleem daar is dat er in Vlaanderen niet veel wolven meer zijn, doordat er meerdere gesneuveld zijn onder andere door aanrijdingen. Daarom is er gezocht naar een locatie waar meer wolven zijn. Daarvoor is hij uitgeweken naar Nederland. Eerst is er op de Veluwe gekeken of er door natuurorganisaties of provincie medewerking verleend kon worden aan het experiment. Er was niemand te vinden. Dit heeft vooral te maken met angst. Angst voor het oordeel van zowel voor- als tegenstanders van de wolven in Nederland. Vervolgens is er in Drenthe gekeken naar een locatie. De provincies Friesland en Drenthe hadden geen interesse, omdat zij reeds hun eigen pilots hebben lopen. Er heeft zich echter een schapenhouder gemeld die hier wel aan mee wilde werken, dus zo is er in Drenthe een proeflocatie tot stand gekomen. Matthieu heeft mij gevraagd om de locatie niet bekend te maken. Op basis van die voorwaarde mocht ik mee het veld in. Dit betekent niet dat de locatie strikt geheim is, maar hij wil geen massale toeloop van mensen, omdat dat onwenselijk is voor het experiment. Ik heb hem beloofd de locatie niet te delen. De proefopstelling is echter niet volledig verdekt opgesteld, dus toevallige voorbijgangers zouden het kunnen zien. Daarom is er een bordje bij geplaatst met een toelichting en het telefoonnummer van de onderzoeker, voor mensen die vragen hebben of die opmerkelijke zaken signaleren.
Nu zal ik een beschrijving geven van wat ik gezien heb. De proefopstelling is klein opgezet. De reden daarvoor is dat het hierdoor volledig rondom met camera’s gevolgd kan worden. Het geheel bestaat uit een binnen “kooi”. Dit is afgezet met hekken van ongeveer 1.80 m hoog, met stroomdraden aan de bovenkant op ongeveer 2 meter hoogte. Aan de onderkant is kippengaas bevestigd en naar buiten gevouwen en vastgezet met een soort tentharingen, om te voorkomen dat er onderdoor gegraven kan worden. In het midden van de kooi staat een houten schuilhok. Er zaten nog geen schapen in, omdat er nog houtsnippers in moeten en de proefopstelling dus nog niet klaar was voor gebruik. Bij de kooi zijn meerdere camera’s geplaatst om het welzijn van de schapen in de gaten te houden. De schapen zullen worden gevoerd en verzorgd (door de eigenaar), alsof ze op stal staan, aangezien er niets te grazen is voor ze. Er zullen twee schapen in geplaatst worden. Omdat de ruimte beperkt is in vergelijking met schapen die in een weide of natuurgebied lopen, zullen de twee schapen regelmatig gewisseld worden. Ook als blijkt dat een schaap zich niet prettig voelt op deze plek, zal het gewisseld worden.
Om de kooi heen zit een kring van palen. De tussenruimte tussen de palen en de kooi is ongeveer 2 meter. De kring van palen is in de vorm van een achthoek. Dit is gedaan zodat de camera goed gericht kan worden om evenwijdig met de omheining te kunnen filmen. Op iedere paal zit een camera op kniehoogte. Ook zit er hoog op een paal nog een camera die een groter gebied bestrijkt en de beelden worden voortdurend bekeken en opgenomen, ook om vandalisme te voorkomen. Op dit moment zat er een draadje prikkeldraad aan de palen, maar dat was tijdelijk om de camera’s goed in positie te brengen. Als de proefopstelling klaar is, dan wordt er tussen iedere twee palen een andere vorm van omheining geïnstalleerd. Daarbij moet gedacht worden aan verschillende hoogtes en verschillende materialen. Ook twee verschillende soorten fladry zullen er geplaatst worden. Korte fladry in de vorm van vlaggetjes en langere fladry waar stroom op staat.
Het idee van de proefopstelling is dat de schapen de wolven zullen triggeren om ze te benaderen, maar daarvoor hebben ze dus “keuze” uit het assortiment omheiningen die ze moeten passeren. De schapen zelf zitten in hun eigen kooi, waarbij uitgegaan wordt van de aanname dat die kooi de schapen voldoende bescherming biedt. En dat ze zich in het schuilhok kunnen onttrekken aan het zicht van de wolf.
De onderzoekers hopen met deze opstelling in beeld te kunnen brengen hoe wolven reageren op verschillende soorten afrasteringen. En ook hoe snel ze eventueel wennen aan nieuwe dingen, zoals fladry. Matthieu gaf ook aan dat de uitslag mogelijk kan zijn dat geen enkele vorm werkt. Dat zou dan kunnen bijdragen aan het wetenschappelijke bewijs dat nodig is om tot beheer en nulstandgebieden over te kunnen gaan in Nederland.
Omdat dit een officieel Europees goedgekeurd wetenschappelijk experiment is, was ik benieuwd naar de ethische kant van het experiment. Dus hier hebben we het ook uitvoerig over gehad. Matthieu heeft voor aanvang met de verschillende instanties die verantwoordelijk zijn voor een verantwoord verloop van dierproeven uitgebreid gesproken over zijn experiment. Daar kwam een eenduidige conclusie uit: Dit valt niet onder dierproeven omdat er geen proeven plaatsvinden waarbij mensen lichamelijke experimenten uitvoeren bij de schapen. Ook ten aanzien van de wolf wordt dat zo gezien, omdat de wolf een vrij dier is dat de stroomdraden niet aan hoeft te raken, als hij dat niet wil.
Ten aanzien van dierenwelzijn hadden de instanties de volgende conclusie: Aangezien de schapen gehouden worden volgens de richtlijnen van dierenwelzijn is daar ook geen bezwaar gevonden. Sterker nog: men vond dat de schapen in deze proefopstelling door de kooi en het tweede raster beter beschermd zijn tegen aanvallen van wolven, dan vele andere dieren die in wolvengebied geweid worden. Ook ten aanzien van de oppervlakte van de kooi was geen bezwaar, omdat de oppervlakte in ruime mate voldoet een de voorgeschreven norm voor twee schapen die op stal gehouden worden.
Tot slot wil ik Matthieu heel erg bedanken voor de openheid waarmee hij mij alles heeft laten zien en hoe hij al mijn vragen beantwoord heeft. Ik vind het heel fijn om te merken dat er wetenschappers zijn die open en transparant met mij kunnen spreken over het moeilijke onderwerp “wolf”. Het was ook plezierig om te merken dat hij veel kennis en ervaring heeft rondom dit onderwerp en ook erkent dat het zeer ingewikkeld is om hier als dierhouder een weg in te vinden. En we waren het ook eens dat geen enkele afrastering 100% garantie zal geven. Hij heeft dan ook veel begrip voor de enorme zorgen die er zijn en is juist daarom zo gedreven om te helpen met zijn onderzoek.
Zelf sta ik er dubbel in. Omdat ik me steeds weer afvraag hoeveel dingen er nog onderzocht moeten worden en hoe lang het nog moet duren voordat er ingegrepen wordt in de onhoudbare situatie met wolven in een geürbaniseerd land als Nederland. Aan de andere kant weet ik ook hoe dit politiek werkt en dat die wegen stroperig en lang zijn. En dat het daarom ook noodzakelijk is om wetenschappelijk bewijs te hebben. Zeker ook, als Stichting Wij(s) met wolven de gang naar de rechter zal maken. Ook daarbij zal voldoende bewijs en onderbouwing nodig zijn om een verandering teweeg te kunnen brengen.
We hebben hierin een lange adem nodig, maar zullen ondertussen ook onze dieren zo goed mogelijk moeten beschermen. En als dat wat gemakkelijker wordt gemaakt door meer hulp, dan is dat voor veel mensen ook een uitkomst.
De proefopstelling vind ik goed uitgedacht, maar roept tegelijkertijd ook weerstand bij mij op. Hoewel het inderdaad zo is dat deze proefschapen veiliger staan dan de schapen in een weiland met twee stroomdraadjes, die ik zag toen ik naar huis reed. Let wel: dit is geen oordeel over de eigenaar van die schapen. Ik weet echt hoe ingewikkeld het kan zijn en hoe velen de wanhoop nabij zijn omdat ze het niet rond krijgen qua tijd en kosten of andere legitieme overwegingen, dus het is slechts een oordeelloze waarneming! Maar het relativeerde wel mijn weerstand. Desalniettemin vind ik het wel fijn dat ik op deze manier de door mij opgehaalde informatie kan delen, omdat Matthieu mij daar toestemming voor gegeven heeft. Ik ben dan ook dankbaar voor het vertrouwen dat hij mij hiermee gegeven heeft. Het zorgt er voor dat ik voor stichting Wij(s) met wolven nieuwe informatie uit eerste hand heb kunnen verzamelen.
Deze tekst mag gedeeld worden, maar wel graag met vermelding van mijn naam.
9 juni 2024
Annet Muller-ter Veen
Nog 2
Alle reacties:

13